BONVUE
Prinsjesdag 2023: de gevolgen voor het sociaal domein
Gisteren, op 19 september, was het zoals ieder jaar weer Prinsjesdag. Dit jaar is het een bijzondere Prinsjesdag te noemen. Door de val van kabinet Rutte IV afgelopen zomer en de nieuwe verkiezingen die pas in november plaatsvinden, hebben we te maken met een demissionair kabinet. Dit betekent dat alleen nog ‘lopende zaken’ en spoedeisende zaken worden behandeld. Wie bepaalt wat het demissionaire kabinet wel behandelt en wat niet?
Daarover gaat de Tweede Kamer. Kamercommissies kunnen onderwerpen aanwijzen waarvan zij vinden dat het Kabinet deze niet kan behandelen. Als een meerderheid daarmee instemt, worden deze onderwerpen controversieel verklaard. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe Pensioenwet. Zulke belangrijke beslissingen en beleidswijzigingen worden uitgesteld totdat er een nieuwe regering is gevormd en deze haar beleidsprogramma heeft gepresenteerd. Dat betekent dat de nadruk meer ligt op continuïteit en beheer van de lopende zaken dan op het introduceren van nieuwe beleidsinitiatieven.
Bepaalde controversiële thema’s, zoals de stikstofcrisis en de hervormingen van de arbeidsmarkt, lopen dus vertraging op. Ondanks dat, heeft koning Willem-Alexander traditiegetrouw de Troonrede gegeven en heeft Sigrid Kaag, demissionair minister van Financiën, de Rijksbegroting gepresenteerd.
Onze adviseurs delen graag hun inzichten over de gevolgen van deze Prinsjesdag voor het sociaal domein en wat BONVUE hierin kan betekenen.
Bestaanszekerheid, kansengelijkheid en perspectief bieden
We leven in een turbulente tijd. Denk aan de oorlog van Oekraïne, de energiecrisis die voortduurt, de enorme inflatie en ook de gevolgen van de coronapandemie ebben nog na. Dit heeft effect op de economie, en daarmee ook op de koopkracht van inwoners. De afgelopen jaren werd tijdens de Troonrede vaak gesproken over het bevorderen van middeninkomens, met de boodschap dat de Nederlander er goed voor staat. Dit jaar gooit het kabinet het over een andere boeg en wil het de laagste inkomens in de samenleving ten goede komen.
Armoedebestrijding is hét thema van Prinsjesdag dit jaar. Al voor de bekendmaking van de miljoenennota op Prinsjesdag was gelekt dat het demissionair kabinet 2 miljard euro vrijmaakt voor de bestrijding van armoede. En dat is niet gek. Meer dan vijf procent van de Nederlandse bevolking leeft in armoede, en wanneer er geen verandering plaatsvindt, zal dit cijfer gaan stijgen naar bijna 1 miljoen Nederlanders. Om dit te voorkomen, worden onder andere de huurtoeslag en het kind gebonden budget verhoogd. Ook de arbeidskorting wordt verhoogd, en groepen met moeite om rond te komen met de energierekening kunnen nog aanspraak maken op het Noodfonds Energie.
Uitstel doordecentralisatie BWMO/ woonplaatsbeginsel B
Sinds 2015 zijn de Gemeenten, het Rijk en andere partijen bezig met de transitie ‘van beschermd wonen naar een beschermd thuis’. Om dit te realiseren is het woonplaatsbeginsel en het nieuwe objectief verdeelmodel geïntroduceerd. Het woonplaatsbeginsel stelt dat alle gemeenten volledig verantwoordelijk worden over de eigen inwoners die te maken krijgen met Beschermd Wonen (BW). Momenteel ligt bij gemeenten al wel de beleidsverantwoordelijkheid, de financiële verantwoordelijkheid ligt bij de centrumgemeenten. Het nieuwe objectief verdeelmodel maakt de doordecentralisatie financieel mogelijk. Ondanks dat er al sinds 2015 een plan op tafel ligt, is het woonplaatsbeginsel en het verdeelmodel al meerdere keren uitgesteld. De invoering van het woonplaatsbeginsel en daarmee het nieuwe verdeelmodel is nu ook controversieel verklaard.
Het uitstelsel van het woonplaatsbeginsel is niet voor elke gemeente een probleem. Verschillende regio's in Nederland hebben namelijk al wel afspraken gemaakt rondom het verdeelmodel. Zo hebben enkele regio's de doordecentralisatie beschermd wonen beleidsmatig en financieel al gerealiseerd samen met de regiogemeenten. Hoe gemeenten dat doen, verschilt. Voor de gemeenten in regio's waar nog geen afspraken gemaakt zijn over een evenredige verdeling van middelen kunnen er financiële problemen ontstaan bij het uitstel van het woonplaatsbeginsel. Omdat niet elke regio klaar is met plannen voor beschermd wonen, ontstaat er een onevenredige verdeling van middelen in Nederland.
Daarnaast zijn er nieuwe afspraken gemaakt over de instroom van de Wet langdurige zorg (Wlz). De doelgroep Ggz blijkt een veel groter beslag te leggen op Wlz dan van tevoren verwacht. Er wordt daarom opnieuw objectief gekeken welke mensen over kunnen gaan naar de Wlz. Om de hoge instroom Wlz Ggz terug te dringen, komt er meer druk te staan op inwoners met een langdurige psychische kwetsbaarheid. Gemeenten merken dat deze doelgroep vaak beroep doen op BW. BW is echter bedoelt voor tijdelijke opvang, niet voor langdurige behandeling. Met de nieuwe afspraken is er nog niet gecommuniceerd of en hoe gemeenten worden ondersteund bij het opvangen van de doelgroep die niet (meer) kan instromen naar de Wlz.
Bonvue kan gemeenten helpen bij het komen tot samenwerkingsafspraken in de regio(s) en bij het organiseren van een centrumregeling om tot een eerlijke verdeling van middelen in de regio te komen. Hierdoor neemt de impact van het uitstel woonplaatsbeginsel voor de gemeenten af en ontstaan er geen financiële problemen op het gebied van beschermd wonen/ beschermd thuis. Daarnaast kan Bonvue helpen bij het opstellen van plannen en afspraken in de regio om de instroom van Wlz terug te dringen.
Participatie en inclusie
Nederland kenmerkt zich door een participatiesamenleving. Van iedereen wordt verwacht verantwoordelijkheid te nemen over diens eigen leven en omgeving. Dit doet niet alleen een beroep op de bewoner, maar ook op de overheid. Een participatiesamenleving vergt zelfredzaamheid en eigen kracht van bewoners terwijl dit niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Dus, als de lokale overheid van bewoner vraagt verantwoordelijkheid te nemen, moet duidelijk zijn wat er van de bewoner wordt verwacht en moet het participatieproces begrijpelijk zijn voor iedereen.
“Verbinding ontstaat waar mensen bij elkaar komen. Dat is niet vanzelfsprekend, maar vraagt blijvende aandacht en inzet van ons allemaal" (Koning Willem-Alexander, 2023, Troonrede).
Wanneer het proces te complex is, of je bewoners overvraagt, bestaat het risico dat bepaalde groepen worden ontmoedigd. Zeker kwetsbare bewoners zoals migranten, mensen met een beperking en ouderen, worden hierdoor naar de achtergrond verdrongen. Wanneer alleen bepaalde groepen of individuen actief deelnemen aan participatieprocessen, terwijl anderen worden buitengesloten, kan dit leiden tot een ongelijke vertegenwoordiging en in het ergste geval zelfs bijdragen aan het versterken van bestaande ongelijkheden. Het is daarom van belang om participatieprocessen zo inclusief mogelijk te maken en rekening te houden met de belangen, perspectieven en kansen van verschillende groepen bewoners. Niet alleen kan dit leiden tot meer empowerment bij de bewoners zelf, maar ook de legitimiteit van beleidskeuzes verhogen. Vanuit BONVUE denken wij graag mee over de inrichting van begrijpbare en inclusieve participatieprocessen.
Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028
De Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028 is gericht op het herdefiniëren en verbeteren van de jeugdzorg en het welzijn van jongeren in onze samenleving. Het is een oproep tot actie, waarbij verschillende sectoren, zoals onderwijs, gezondheidszorg, maatschappelijk werk en justitie worden aangemoedigd om samen te werken. Het streven naar hoogwaardige jeugdzorgdiensten zal een voortdurende, uitdagende inspanning zijn. De jeugdzorg maakt hier al langer ontwikkelingen in door, zeker omdat 1 op de 7,5 jeugdigen onder de 18 jaar gebruik maakt van jeugdzorg. In het begin van de eeuw was dit nog 1 op de 27 jeugdigen. Het kabinet investeert hierom in totaal in 2024 €1.45 miljard in de jeugdzorg.
De oorzaak van problemen aanpakken voordat ze ernstig worden, waardoor de belasting voor jongeren en hun families wordt verminderd, is één van de uitgangspunten van de Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028. Jeugdhulp moet beschikbaar zijn voor jeugdigen en gezinnen in de meest kwetsbare situaties. Dat gebeurt nu onvoldoende en is te vaak niet passend. Daarnaast richt het beleid zich juist ook op het stimuleren van versterken van de eigen kracht van jongeren en hun families, zodat zij beter in staat zijn om problemen aan te pakken en te participeren in de samenleving.
Deskundige begeleiding en ondersteuning bieden om dit hervormingstraject te doorlopen is essentieel. Bonvue kan helpen bij het uitvoeren van beleidsanalyses, het herzien van bestaand jeugdbeleid binnen uw gemeente en aanbevelingen doen voor beleidshervormingen die in lijn zijn met deze agenda.
Kansengelijkheid voor alle leerlingen
Kansengelijkheid staat onder druk in Nederland door onder andere de verschillende uitdagingen in het onderwijs. Denk hierbij aan het personeelstekort, de kwaliteit van het onderwijs, de verminderde basisvaardigheden en het vergroten van de leerachterstanden onder kinderen. Dit heeft vooral effect op regio’s waar kinderen al meer risico lopen op onderwijsachterstanden. Voor de kans op een goede opleiding mag het geen verschil maken waar iemand woont, hoe hoog het inkomen van de ouders is of in welke situatie iemand opgroeit. Om gelijke kansen te bevorderen wordt het programma School & Omgeving verlengd voor het primair- en voortgezet onderwijs. Hiervoor wordt in 2024 €324,1 miljoen beschikbaar gesteld om de talenten van kinderen, ook buiten school, te ontwikkelen.
Daarnaast investeert het kabinet flink in het verbeteren van basisvaardigheden van leerlingen. De nadruk ligt op de basisvaardigheid taal, waarbij het niveau drastisch vermindert. Eén op de vier leerlingen loopt het risico op laaggeletterdheid. Vanuit het Rijk is hiervoor het ‘Masterplan Basisvaardigheden’ gestart. Hierin staan een aantal aandachtspunten centraal staan, zoals de kwaliteit van de leraren, de beschikbaarheid van leermiddelen, inzetten op een gezamenlijke verantwoordelijkheid tussen school en omgeving, monitoring en het verder ontwikkelen van een landelijk curriculum.
Het demissionair kabinet heeft deze maand besloten over het controversieel verklaren van dossiers. Zo zijn de dossiers toezicht informeel onderwijs, toekomst van het bindend studieadvies en de archiefwet als controversieel verklaard. Dit betekent dat er wél nog actie ondernomen wordt op dossiers zoals de overgang van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting en digitalisering, waarin gemeenten een belangrijke rol spelen. Bonvue kan de gemeenten ondersteunen bij het herzien van bestaand onderwijsbeleid binnen uw gemeente om kansengelijkheid te bevorderen. Ook kan BONVUE meedenken over de aanpak van dossiers zoals de overgang van PO naar VO, onderwijshuisvesting en digitalisering, en hoe een bibliotheek zorgplicht geïmplementeerd kan worden.